- Verhalen groep 1/2
- Gevangen in een onbekende taal
- Spelletjesdag
- Vogelvrij
- Verhalen groep 3/4
- Een mandje vol liefs
- Willemsoord wezenoord
- Anders zijn
- Mantelzorg
- Verhalen groep 5/6
- Bevrijding - Kallenkote
- Vluchten voor je leven
- Het beleg van Steenwijk
- Verhalen groep 7/8
- Door het oog van de naald
- In de bijstand
- Verzet in Oldemarkt
- In de onderduik
- I have a dream
Klik op de tekening voor een vergroting.
Vluchten voor je leven
Het waargebeurde verhaal van een anonieme asielzoekster uit Steenwijk.
2014
De zon brandt. De boot deint, golft onder de voeten van Rahaf. Ze is bang en drukt haar dochtertje van een half jaar dicht tegen zich aan.
‘Ik ben misselijk,’ zegt Qais, haar negenjarige zoon.
Anas, zijn vader, houdt hem stevig vast.
‘Het komt goed,’ zegt hij. ‘Het komt allemaal goed.’
Rahaf kijkt met bange ogen naar haar man. Ze is er helemaal niet gerust op dat het goed komt. Haar hele leven is ze al op de vlucht. Ze is geboren in Syrië, maar staatloos omdat ze uit Palestina kwam. Zonder paspoort, maar met een reisdocument van een Palestijnse vluchteling is ze op haar negentiende naar Libië gevlucht. Ze trouwde daar met Anas en samen kregen ze hun prachtige zoon Qais. Ze is zo vaak op de vlucht geslagen. Terug naar Syrië. Van Syrië naar Libanon. Van Libanon terug naar Libië. Nooit een plek om zich te vestigen, om zich veilig te voelen. Haar hele leven is één grote vlucht vol angst en onzekerheid. Ze voelt zich schuldig als ze naar haar kinderen kijkt. Qais, die nog nooit ergens heeft kunnen wortelen, heeft veiligheid en zekerheid nodig. Ze kijkt naar haar kleine Nour, een meisje zo volmaakt en lief. Wat voor toekomst zal ze hebben? Zullen we in een land terechtkomen waar Nour gewoon naar school zal mogen? Waar ze haar eigen mening mag uiten? Opgroeien in een land waar ze zelf mag kiezen wat ze later wil worden? Waar Qais later vrij is om over politiek te praten. Zal het ze echt lukken om Europa te bereiken? En dan? Rahaf schudt verdrietig haar hoofd. Ze kan niet goed nadenken, ook zij is misselijk. Van angst en van de deining op zee.
Op de vorige vlucht zaten ze op een schip. Dit is slechts een boot waar maximaal honderdvijftig mensen op kunnen. Gezinnen met kleine kinderen en ouderen verblijven op het benedendek. Bedekt voor de allesverzengende zon die genadeloos op het bovendek schijnt. Daar zitten de jongeren, onbeschermd tegen het felle zonlicht.
‘Drink wat,’ zegt Rahaf en ze houdt Qais wat sap voor. ‘Er is nog wat brood.’
Qais schudt zijn hoofd.
‘Misselijk,’ kermt hij.
Slap laat hij zich tegen zijn vader aanhangen. Anas houdt hem stevig vast.
‘Het komt goed,’ mompelt hij nog een keer in het Arabisch.
Dan houdt de motor op. Het brommende geluid, dat al die tijd zo eentonig heeft geklonken, verstomt.
‘Wat was dat?’ vraagt Rahaf geschrokken.
Vanuit het binnenste van de boot wordt gescholden. De boot deint op en neer, maar maakt geen vaart meer.
‘De motor ligt stil,’ wordt er geroepen.
De schrik vliegt Rahaf om het hart. Onmogelijk denkt ze. Dit kan niet waar zijn.
Maar het is wel waar. De motor heeft het begeven. Er wordt gesleuteld. Er wordt hard aan gewerkt, maar de motor krijgen ze niet meer aan de praat. Het gezicht van Anas staat strak. Naast hem jammert een vrouw. Er wordt gebeden en gesmeekt. Niemand denkt meer aan eten of drinken.
‘Zonder werkende motor halen we de kust nooit,’ fluistert Rahaf. ‘Dan drijven we uit koers! En …’
‘Ssst,’ sust Anas, met een geruststelling die hij helemaal niet voelt. ‘Zo ver is het nog niet, ze krijgen hem vast weer aan de praat.’
Maar ze krijgen hem niet meer aan de praat. De motor is stuk en blijft stuk. De angst is tastbaar, zo dik en verstikkend. Uren gaan voorbij, een dag gaat voorbij. En nog een dag … De wind wakkert aan, de boot deint harder dan tevoren. Op en neer, heen en weer. Iedereen is zeeziek. Het wordt weer nacht. De maan schijnt met een heel zwak licht, alsof ook dat licht uitdooft. Dit was het dan, denkt Rahaf. Uitgeput door een verlammende angst, misselijkheid en verdriet kijkt ze naar haar kinderen. Wat hebben we gedaan, denkt ze. Hadden we niet beter in Syrië kunnen blijven? Nu hebben ze helemaal geen toekomst meer. Zwak als ze is kruipt ze met Nour tegen haar borst geklemd tegen Qais aan. Om zich heen hoort ze biddende mensen. We gaan eraan, onze tijd is gekomen, denkt Rahaf. Ze huilt stille tranen. Ze huilt omdat ze haar kinderen geen toekomst kan geven. Ze huilt omdat ze geen leven voor zich hebben. Geen vrijheid. Niets. Niets dan de dood die genadeloos op hen afstormt. Rahaf is ten einde raad.
Een straal licht schijnt door haar gesloten oogleden. Licht, denkt Rahaf. Dat is HET licht, het licht dat je ziet als je sterft. Aan, uit, aan uit, op het ritme van het deinen. Een schreeuw, een stem … Rahaf opent moeizaam haar ogen.
‘Help!’ schreeuwt de schipper. ‘Help!’
Anas komt overeind.
‘Ik zie licht,’ zegt hij. ‘Rahaf, licht!’
Een gigantische olietanker redt alle opvarenden. Eerst de kinderen, dan de vrouwen en ten slotte de mannen. Het moederhart van Rahaf verscheurt als ze haar zoon naar boven ziet gaan. Na vier dagen op zee zijn ze eindelijk gered. Ze gaan een toekomst tegemoet. Ze gaan hun vrijheid tegemoet.
Dit is het waargebeurde verhaal van een anonieme asielzoekster uit Steenwijk. Ze heeft nu eindelijk een nationaliteit. Ze kan reizen, ze heeft burgerrechten. Haar kinderen hebben een toekomst. Zij zelf ook, want de echte Rahaf studeert inmiddels.
Het verhaal van Rahaf heeft ook een andere zijde. Haar zoon die nooit ergens echt thuishoorde, die nooit een plek had om te aarden, kreeg het nog lastig. Het gezin belandde eerst in Ter Apel, het eerste opvangcentrum voor asielzoekers. Daarna kwamen ze in Schalkhaar terecht, wachtend op een verblijfsvergunning. Qais had hier leeftijdgenootjes. Kinderen waar hij Arabisch mee kon spreken. Waar hij mee kon spelen. Hij kon zijn zorgen vergeten. Hij had eindelijk een plek waar hij tot rust kon komen. Tot ze verhuisden naar Steenwijk. Weer een andere plaats. Een andere plek. Waar geen Syrische kinderen waren. Opnieuw werd Qais uit zijn vertrouwde omgeving gehaald. Zonder de Nederlandse taal machtig te zijn. Voor Qais weer een traumatische ervaring. Maar dit is zeker, hij mag zijn mening uiten, hij mag later zelf kiezen, hij mag worden wie hij wil, wat hij ook maar wil, politieagent, kapper, tuinman, computerspecialist of bankdirecteur. Hij is vrij in zijn keuze en zijn zusje ook.
Luisterverhaal
Klik op de play knop om het verhaal te beluisteren.
Dit verhaal is voorgelezen door:
Lesbrieven
Linkjes
Workshop
Bij dit verhaal is een workshop gemaakt,