Skip to main content

Klik op de tekening voor een vergroting.

Anders zijn

Morgen mogen de kinderen verkleed naar school. Het is meesters- en juffendag. Dit is mijn kans, denkt Gijs, want het liefst draagt hij meisjeskleren. Of in ieder geval veel roze. Daar wordt hij weleens raar op aangekeken, maar meestal trekt Gijs zich daar niet veel van aan.
      ‘Alsof jongens geen jurken mogen dragen!’ mopperde hij laatst nog tegen zijn moeder. ‘Of roze kleding mooi mogen vinden.’
Die middag gaat Gijs na schooltijd bij Noor spelen. Ze gaan samen kleren passen voor de volgende dag. Noor heeft thuis een hele grote verkleedkist. Er zit echt van alles in: een prinsessenjurk, een apenpak, een politiepak, een kippenpak met een echte rode hanenkam, natuurlijk een clownspak en nog veel meer. De keuze is reuze! Maar voor Gijs is de keus meteen al gemaakt.
      ‘Ik wil de prinsessenjurk,’ juicht hij. ‘Mag dat Noor? Of had jij die aan willen doen?’
Noor lacht.
      ‘Ik had wel verwacht dat je deze wilde hoor,’ zegt ze. ‘Ik weet dat je graag meisjeskleren aan doet.’ Gijs houdt de jurk voor zich en draait een rondje.
      ‘Passen,’ zegt Noor. ‘Even kijken hoe hij staat.’
Gijs laat zich dat geen tweede keer zeggen en trekt de prinsessenjurk aan.
      ‘Prachtig,’ zegt Noor. ‘Hij staat je echt mooi. Kom mee naar de spiegel!’
Gijs staat met een grijns voor de passpiegel.
      ‘Gaaf,’ zegt hij. ‘Echt heel mooi! Ik voel me haast een echte prinses.’
Noor grinnikt.
      ‘Prinses Gijs,’ zegt ze lachend en ze zet een kroontje op zijn hoofd.
Nu is het helemaal af.
      ‘Wat trek jij aan?’ vraagt Gijs.
Noor rommelt in de verkleedkist.
      ‘Mmm,’ zegt ze, ‘ik denk dat ik het oude politiepak van Jelle aantrek. We moeten ook nog ergens een plaksnor hebben. Dan ga ik als politieman.’

De volgende ochtend staat Gijs extra vroeg op. Hij trekt de prinsessenjurk van Noor aan. Als het kroontje op zijn hoofd staat, kijkt hij goed in de spiegel.

      ‘Een beetje make-up van mama maakt het echt af,’ zegt hij tegen zijn spiegelbeeld.
Gijs doet wat oogschaduw op zijn ogen, wat rouge op zijn wangen en dan wat lippenstift op zijn mond. Hij ziet er prachtig uit! Als Noor hem komt halen om naar school te gaan is ze echt verbaasd.
      ‘Geweldig,’ zegt ze, als ze haar plaksnor nog even goed aandrukt. ‘Je bent onherkenbaar! Wat een beetje make-up nog kan doen.’
      ‘Jij ziet er ook top uit,’ grijnst Gijs. ‘Gaaf politiepak. En die snor! En je wenkbrauwen zijn helemaal zwart gemaakt. Je ziet er uit als een man! Nou, mannetje dan.’
Noor lacht.
      ‘Kom, prinses, we gaan naar school!’

Op school is de stemming feestelijk. Er klinkt muziek door de gangen en overal is het versierd. En het leukste van alles is dat iedereen is verkleed. Anischa is verkleed als piraat, Max als dinosaurus en Abdul als clown. Als Noor en Gijs de klas in lopen valt het stil.
      ‘Wie is die prinses?’ vraagt Nienke.
Stijn gaat voor Gijs en Noor staan. Hij loopt zelf in een superheldenpak.
      ‘Dat is Gijs,’ roept hij. ‘Wat een wijf. Ben je homo of zo?’
Gijs kijkt geschrokken.
      ‘Je mocht toch aantrekken wat je wilde?’ zegt hij zachtjes.
      ‘Homo,’ snauwt Stijn en hij geeft Gijs een duw.
      ‘Ophouden,’ roept Noor kwaad. ‘Ik ben politieman en ik slinger je nu op de bon! Je krijgt een boete! Een hele dikke. Zo gaan we niet met elkaar om. Je mag zijn wie je bent. En wat of wie je wilt zijn.’
Stijn kijkt boos. Anischa bemoeit zich er ook mee.
      ‘Doe normaal Stijn. Jij loopt nu in je superheldenpak. Maar weet je, er is niks supers aan jou vandaag!
Knoop dat maar in je oren. Superhelden zijn stoer en willen anderen helpen. En wat doe jij?’
Stijn kijkt stil naar de grond.
      ‘Hier,’ zegt Noor en ze duwt hem een handgeschreven bon in zijn hand.
Stijn kijkt haar aan.
      ‘En heb je ook iets tegen mij te zeggen?’ vraagt ze kattig. ‘Ik ben verkleed als man. Heb je daar ook iets over te zeggen?’
Stijn schudt zijn hoofd.
      ‘Nee,’ zegt hij zacht. ‘Je hebt een stoer pak aan.’
Noor kijkt nog boos.
      ‘Dus ik mag als man verkleed gaan, maar Gijs niet als vrouw?’
Stijn heeft niets meer te zeggen. Hij heeft er geen woorden meer voor.
      ‘Sorry,’ stamelt hij. ‘Je hebt gelijk.’
Hij kijkt Gijs nog eens goed aan.
      ‘Je bent best een knappe meid,’ zegt hij met een voorzichtig lachje.
 De spanning is gebroken.
‘Dankjewel,’ zegt Gijs. ‘Dat is super van je.’
‘Toch nog een beetje iets van een superheld,’ mompelt Noor zacht.

Luisterverhaal

Klik op de play knop om het verhaal te beluisteren.

Dit verhaal is voorgelezen door:

Juune Kooiker

Lesbrieven

Workshop

Bij dit verhaal zijn twee workshops gemaakt.

Ga naar de workshop:

Wat past (bij) mij?

Wie ben ik?